De strijd tegen antimicrobiële resistentie: Verantwoord desinfecteren
De strijd tegen antimicrobiële resistentie (AMR) is van cruciaal belang voor de globale volksgezondheid. Dit artikel belicht het belang van effectieve desinfectie om de verspreiding van resistente bacteriën te voorkomen. Ontdek hoe innovatieve oplossingen, zoals de sporicidale en hoogwaardige desinfectiemiddelen van Tristel, betrouwbare bescherming bieden tegen AMR, zodat u op verantwoorde wijze kunt desinfecteren.
Antimicrobiële resistentie (AMR) is een wereldwijd probleem voor de volksgezondheid. In 2019 was het fenomeen de directe oorzaak van meer dan 1,27 miljoen sterfgevallen en droeg het bij aan nog eens 4,95 miljoen andere overlijdens. Naast de impact op de menselijke gezondheid heeft AMR ook aanzienlijke economische gevolgen. Zonder concrete actie, kunnen de kosten voor internationale handel, productiviteit en gezondheidszorg tegen 2050 oplopen tot 1.000 miljard dollar.1
Onze samenleving wordt geconfronteerd met een noodtoestand…
Zonder concrete actie lopen we het risico op een “post-antibiotisch” tijdperk. Daarin zullen veelvoorkomende infecties niet meer te behandelen zijn.
Antibiotica zijn één van de oorzaken van AMR
AMR wordt voornamelijk gestimuleerd door overmatig voorschrijven en foutief gebruiken van antibiotica. Hoe vaker en overvloediger dergelijke medicijnen worden gebruikt, hoe groter het risico op de ontwikkeling van resistente bacteriën. Bovendien zorgt een verkeerde inname van antibiotica, door de behandeling bijvoorbeeld vroegtijdig te onderbreken, ervoor dat bacteriën mogelijks overleven en resistentie ontwikkelen.
Naast antibiotica worden ook biociden sterk bektritiseerd
Niet alleen antibiotica dragen bij aan dit fenomeen. Het gebruik van bepaalde biociden voor het desinfecteren van medische apparatuur en oppervlakken, in het bijzonder Quaternaire Ammoniumverbindingen (QAC’s), heeft mogelijks schadelijke gevolgen.2
QAC’s zijn positief geladen oppervlakte-actieve stoffen die werkzaam zijn tegen een beperkt spectrum van micro-organismen (voornamelijk bacteriën, gisten en omhulde virussen). QAC’s binden zich aan het celmembraan, waardoor de wand na enige tijd door kan breken. In een dergelijk scenario scheurt het membraan en zal de inhoud als gevolg lekken.
QAC’s dringen, simpel gezegd, binnen in de micro-organismen om hun dood te veroorzaken. Deze ontwrichting vindt echter niet onmiddellijk en/of bij elke concentratie plaats. In veel gevallen is een hoge concentratie of combinatie van QAC’s vereist voor het verkrijgen van het gewenste effect.
Het is dus veelvoorkomend dat QAC’s interageren met tolerante micro-organismen, maar niet met de dood als gevolg.
In dit grijze gebied wordt AMR een bedreiging die zorgvuldig opgevolgd moet worden.
Wanneer een micro-organisme op hoog niveau wordt blootgesteld aan lage concentraties van een biocide zonder eliminatie als gevolg, kan het mogelijks immuniteit ontwikkelen. Dit fenomeen is beter bekend als verworven bacteriële resistentie.
Genetisch gezien kan het micro-organisme structuren, genaamd effluxpompen, manifesteren, waarbij de cellen in staat zijn om hun interne omgeving te reguleren door actief desinfecterende middelen die het systeem binnenkomen te verwijderen. Dit vermindert hun toxische effect en bevordert de overleving van micro-organismen in een omgeving die subletale doses desinfectiemiddelen bevat.
Deze verworven bacteriële resistentie beperkt zich niet tot één micro-organisme. Zij die geleerd hebben om zichzelf te verdedigen, zullen hun weerstandsgen doorgeven aan nakomelingen of congeneren door eenvoudig contact met andere micro-organismen van dezelfde of een andere soort.3
Wat is het verband tussen tolerantie voor ontsmettingsmiddelen en antibioticaresistentie?
Een micro-organisme dat resistent is geworden tegen een bepaald desinfectiemiddel, kan soortgelijke mechanismen gebruiken om andere antimicrobiële middelen, waaronder antibiotica, te weerstaan.4 We verwijzen hier naar de co-resistentie of kruisresistentie.
Een micro-organisme dat vroeger gedood kon worden door een eenvoudige desinfecterende spray of doekje, kan dus niet langer worden geëlimineerd. Dit heeft als gevolg dat het risico op overleving en, in het slechtste geval, infectie aanzienlijk groter wordt. Hoogstwaarschijnlijk zal het micro-organisme zijn verworven resistentiemechanisme op dezelfde manier gebruiken om antibioticum te bestrijden. Dergelijke situaties duwen ons in de richting van een tijdperk waarin gewone infecties niet meer te behandelen zijn.
Het resultaat van AMR? De ontsmettingsmiddelen waar we op vertrouwden in het verleden, ruïneren mogelijks ons gezondheidssysteem van morgen.
Wat kunnen we doen om antibioticaresistentie en tolerantie voor ontsmettingsmiddelen te voorkomen?
In de eerste plaats is het belangrijk om subremmende doses te beperken. Dat wil zeggen: de doses die niet krachtig genoeg zijn om een gewenst (dodelijk) effect te bereiken. Een dergelijke lage dosering zal er in slagen om bepaalde micro-organismen te vernietigen, maar degenen die overleven zullen met als gevolg minder gevoelig zijn voor het gebruikte antimicrobieel middel in kwestie.5,6,7 Als dit proces herhaaldelijk doorgaat, bestaat de kans dat actieve antimicrobiële stoffen onwerkzaam worden.
In het geval van biociden voor oppervlaktedesinfectie zijn oplossingen met variabele verdunningen bijzonder problematisch. Hierdoor kan de gebruiker er nooit 100% van overtuigd zijn dat hij/zij de juiste concentratie heeft gekozen. Met andere woorden: een concentratie die voldoende krachtig en effectief werkzaam is tegen alle soorten micro-organismen die mogelijk aanwezig zijn op een oppervlak.
In de tweede plaats moeten we ontsmettingsmiddelen met variabele en langdurige contacttijden vermijden. Een lange contacttijd tussen een biocide met een lage chemische reactiviteit en een micro-organisme, heeft een blootstelling aan subletale concentraties als gevolg voor het micro-organisme in kwestie. Dit stimuleert de overleving van besmettelijke micro-organismen waarvan de gevoeligheid voor antimicrobiële stoffen afneemt.
Om het risico op resistentie volledig te vermijden, is het daarom beter om te vertrouwen op oplossingen met één verdunningsfactor en bewezen werkzaamheid tegen het volledige spectrum van micro-organismen in een korte, uniforme contacttijd.
De ontsmettingsmiddelen op hoog niveau en sporiciden van Tristel op basis van chloordioxide (ClO₂) onderscheiden zich in de chemische wereld door hun doeltreffendheid en werkingsmechanisme.
ClO₂ is namelijk een effectieve biocide tegen bacteriën, virussen, protozoën, gisten, schimmels, mycobacteriën en bacteriesporen.
In tegenstelling tot QAC’s is de ClO₂ van Tristel werkzaam tegen het volledige spectrum van micro-organismen zonder de dat de gebruiker rekening moet houden met concentratieaanpassingen of langdurige contacttijden.De werkzaamheid tegen micro-organismen is quasi onmiddellijk (tussen 30 seconden en 5 minuten, afhankelijk van het product) en wordt uitgevoerd bij een unieke concentratiesnelheid (tussen 100 en 200 ppm afhankelijk van het product).
Resulteert het dagelijks gebruik van Tristel High Level en sporicide desinfectans in AMR ?
Dagelijks gebruik van de ClO₂ van Tristel draagt niet bij aan AMR. Naast de werkzaamheid over het volledige spectrum in een korte, uniforme contacttijd én bij een unieke concentratiesnelheid, onderscheidt de microbicide activiteit van de ClO₂ van Tristel zich door zijn bijzonder werkingsmechanisme: oxidatie.
De ClO₂ van Tristel is een oxidatiemiddel dat ziekteverwekkers doodt door middel van elektronenuitwisseling, door de vitale structuren van het micro-organisme te scheiden, zoals celwanden, membranen, organellen en genetisch materiaal. Het is deze uitwisseling die een moleculaire onbalans veroorzaakt en vervolgens, met 100% zekerheid, leidt tot de dood van de micro-organismen.
In tegenstelling tot de QAC’s, die er alleen in slagen om micro-organismen onder bepaalde voorwaarden te doden, elimineert de ClO₂ van Tristel ze elke keer, zelfs bij herhaaldelijk gebruik.8,9
Het dagelijkse gebruik van ClO₂ Tristel als desinfectiemiddel en sporicide op hoog niveau draagt niet bij aan de ontwikkeling van AMR. Integendeel, het zou wel eens een belangrijke oplossing kunnen zijn voor het groeiende fenomeen in onze gezondheidszorg.
2 Boyce, J. M. (2023). Quaternary ammonium disinfectants and antiseptics: Tolerance, resistance, and potential impact on antibiotic resistance. Antimicrobial Resistance & Infection Control, 12(32). https://doi.org/10.1186/s13756-023-01241-z
3 Vega, N. M., & Gore, J. (2014). Collective antibiotic resistance: Mechanisms and implications. Current Opinion in Microbiology, 21, 28-34. https://doi.org/10.1016/j.mib.2014.09.003
4 Ortega Morente, E., Fernández-Fuentes, M. A., Grande Burgos, M. J., Abriouel, H., Pérez Pulido, R., & Gálvez, A. (2013). Biocide tolerance in bacteria. International Journal of Food Microbiology, 162(1), 13-25. https://doi.org/10.1016/j.ijfoodmicro.2012.12.028
5 Walsh, S. E., Maillard, J. Y., Russell, A. D., Catrenich, C. E., Charbonneau, D. L., & Bartolo, R. G. (2003). Development of bacterial resistance to several biocides and effects on antibiotic susceptibility. Journal of Hospital Infection, 55(2), 98-107.
6 Voumard, M., Venturelli, L., Borgatta, M., et al. (2020). Adaptation of Pseudomonas aeruginosa to constant sub-inhibitory concentrations of quaternary ammonium compounds. Environmental Science: Water Research & Technology, 6(4), 1139-1152.
7 Soumet, C., Meheust, D., Pissavin, C., et al. (2016). Reduced susceptibilities to biocides and resistance to antibiotics in food-associated bacteria following exposure to quaternary ammonium compounds. Journal of Applied Microbiology, 121(5), 1275-1281.
8 Noszticzius, Z., Wittmann, M., Kály-Kullai, K., Beregvári, Z., Kiss, I., Rosivall, L. and Szegedi, J. (2013). Chlorine Dioxide Is a Size-Selective Antimicrobial Agent. PLoS ONE, 8(11), p.e79157. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0079157
9 Block, S., Knapp, J., & Battisti, D. (2001). Disinfection, sterilization, and preservation. In S. Block (Ed.), Disinfection, sterilization, and preservation (5th ed., pp. 215-227). Philadelphia, PA: Lippincott Williams & Wilkins.